Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Drusus

betekenis & definitie

1° zoon van Germanicus (zie onder 5° in dit art.) en Agrippina, ✝ 33 n. Chr., quaestor, augur en praefect van Rome; daar hij de volksgunst trachtte te verwerven, werd hij door keizer Tiberius voor den senaat aangeklaagd, die hem ter dood veroordeelde.

Hij stierf den hongerdood in het keizerlijk paleis.

< >