Drapa is in de Oud-Noorsche literatuur het langere, met refrein (= step voorziene lofgedicht ter eere van den vorst (bijv. in de Egilssaga!), in tegenstelling tot den korteren, panegyrischen dichtvorm, den draeplin.gr of flokkr. Na de kerstening wordt het genre ook op Christus en de heiligen toegepast.
De d. is een poëtische kunstvorm, door de skalden beoefend, geen volkspoëzie dus! Baur Drapé Een wollen stof van goede kwaliteit, waarvan de ketting steeds uit kamgaren bestaat, dikwijls uit zeer fijn garen en dienovereenkomstig groote dichtheid der kettingdraden. De inslag is bij de fijnste kwaliteiten eveneens kamgaren, bij de overigen fijn strijkgaren.
Het kenmerk van drapé is een min of meer duidelijk zichtbare ribsachtige lijn met slechts een zwakken stijgingsgraad, ca. 27°. Het appretuurkarakter is lakenachtig: de stof is gevold, geruwd, het daarbij ontstane haardek in één richting gestreken en kort geschoren, zoodat de bovengenoemde binding meer (bij geheel kamgaren) of minder (bij stnjkgareninslag) te voorschijn komt.
Het appretuurkarakter veroorzaakt een vrij hoogen glans der afgewerkte stof, die, meestal zwart geverfd, dient voor gekleede heerencostumes en vooral voor kleeding van geestelijken.Frohn John William Draper Engelsch natuurkundige; * 5 Mei 1811 te St. Helens bij Liverpool, ✝ 4 Jan. 1882 te Hastings bij New York. Hij emigreerde met een deel van zijn familie naar Amerika. In 1836 werd hij professor in de chemie te Virginia, in 1839 te New York. Hij construeerde zelf groote reflectoren voor zijn uitstekend ingerichte particuliere sterrenwacht. In 1842 maakte hij met E.
Becquerel de eerste bruikbare photographie van het zonnespectrum. Hij was ook de eerste, die met behulp van Daguerrotypie een afbeelding van het menschelijk gelaat verkreeg.
J. v. Santen Wet van Draper. Volgens deze wet beginnen alle lichamen bij een temperatuur van 500° C zichtbare stralen uit te zenden. Zij zijn dan donkerroodgloeiend.