Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Drangiana

betekenis & definitie

(ant. geogr.), satrapie in het Perzische rijk, door Alexander den Grooten veroverd; aan den benedenloop van den Etymander (Hilmend); met Arachosia besloeg D. het gebied van het tegenwoordig Afganistan. Davids Drankbestrijding Drankbestrijding wordt genoemd de stelselmatig georganiseerde actie tegen het alcoholisme. Deze actie steunt op godsdienstige, moreele, ethische of algemeen humanitaire beginselen.

Zij streeft ófwel naar algeheele afschaffing van alcoholische dranken (de neutrale en Christelijke d.) ófwel naar herstel der Christelijke matigheid in het gebruik (Kath. d.), óf richt zich alleen tegen het misbruik in zijn meest erger lijken vorm (Volksbond). Sinds 1840 is in Nederland van georganiseerde d. sprake, toen de Nederlandsche Vereeniging tegen het Alcoholisme werd opgericht.

In Ned. is de drankbestrijding in drie groepen verdeeld: „neutrale” Ned. Vereeniging tot Afschaffing van alcoholhoudende dranken e.a.; Enkrateia, de groepeering van Christelijke drankbestrijdersvereenigingen; en Sobriëtas, welke de Katholieke d. omvat.

Oprichter en organisator was dr. Alph.

Ariëns (1860—1928); promotor p. Ildephonsus O.

Cap. (1875—1930). Als middel gebruikt de d. het persoonlijk voorbeeld van → geheelonthouding en → afschaffing, propaganda in woord en geschrift, het bewerken van de volksopinie.

Ook bevorderde de drankbestrijding een gezonde drankwetgeving. Voor de moreele zijde van dit vraagstuk, → Geheelonthouding.Voor de d. in België, Anti-alcoholisme (in België). Terwisscha van Scheltinga De drankbestrijding in Nederlandsch-Indië. Sterke drank is in Indië zoolang bekend, als onze gegevens terugreiken. Hij werd door de inheemsche bevolking uit rijst en uit palmwijn bereid en zoowel particulier genoten als groepsgewijze; dit laatste komt voor bij bepaalde godsdienstige feesten van heidensche volken, waarvan ritueele dronkenschap een vast bestanddeel vormt; op Java trof men het aan in bepaalde vormen van → Tantrisme en treft men het nog aan bij het zgn. najoeban, danspartijen, waarbij mannen dansen met openbare danseressen. Behoudens bij zulke gelegenheden is de inheomsche bevolking over het algemeen nogal matig. De groote drankbestrijder in den Archipel is de Islam, die alle gebruik van alcoholische dranken verbiedt. Bij de openlegging van enkele ongeciviliceerde gebieden in het Oostelijk gedeelte van den Archipel verbood ook de Indische regeering verkoop en verhandeling van sterken drank voor die gebieden; zoo in 1888 voor Nieuw-Guinee en in 1890 voor de eilanden ten Noorden en ten Westen van Celebes.

Daarbij een opzettelijk daartoe ingesteld onderzoek van drankmisbruik in Indië geen sprake bleek te zijn (Koloniaal Verslag 1913), kon het gouvernement toezicht op een regeling van het drankgebruik overlaten aan de locale overheid. Berg Drankwet Drankwet is in de → drankbestrijding een onmisbaar hulpmiddel, doordat zij in wettelijke regeling vast legt, wat door de drankbestrijding aan verbetering van de volkszeden en gebruiken is bereikt en doordat zij helpt voorkomen, dat door de werkzaamheden van aan de drankbestrijding tegenovergestelde krachten het bereikte weer geheel of gedeeltelijk zou verloren gaan. De drankwet beoogt vooral den prikkel tot gebruik, die van elke gelegenheid voor den verkoop van alcoholische dranken noodzakelijk uitgaat, binnen zoo nauw moge lijke kringen in te perken. Prohibitionisme.

Nederland. De eerste Ned. drankwet, de wet-Modderman van het jaar 1881, bond het aantal vergunningen, d.w.z. het aantal gelegenheden voor den verkoop van sterken drank in het klein, aan een maximum, dat niet mag worden overschreden. In 1904 kwam de drankwet-Kuyper. Deze ging een stukje verder door niet alleen het maximum stelsel voor vergunningen te handhaven, maar ook eischen te stellen aan de inrichting (oppervlakte, ligging, licht enz.) der verkoopgelegenheden, alsmede aan den persoon, op wiens naam de vergunning kwam te staan. Deze wet bracht tot uitdrukking, dat de inrichting van een vergunning van grooten invloed is op het gebruik van meer of minder alcoholica. Voorts bracht deze wet de verplichte splitsing tusschen tapen slijtvergunningen in gemeenten met meer dan 5 000 inw. Hierdoor werden de slijterijen als gelegenheden tot gebruik ter plaatse uitgeschakeld.

De drankwet-Kuyper bond toen den verkoop van alcoholische, andere dan sterke dranken, bijv. bier en wijn, aan het verlof. Dit verlof kon door de gemeentebesturen worden gegeven, dewelke daardoor gelegenheid kregen voorwaarden te stellen omtrent de inrichting. De bierhuizen kwamen daardoor onder controle. Clandestiene verkoop van sterken drank kon daardoor beter worden tegen gegaan. Deze drankwet verbood toen den verkoop van sterken drank in de wachtkamers van stations, voor velen een gelegenheid, die zij moeten bezoeken.

Sedert 1 Mei 1932 geldt in Nederland de derde drankwet van de ministers Slotemaker de Bruine en Verschuur. Deze d. bepaalt, dat sterke dranken zijn die, welke 15 of meer volumen-procenten alcohol bevatten, met uitzondering van wijn. Alle andere dranken worden zwak-alcoholisch genoemd. Alle vergunningen, na 1904 verleend, kunnen op voorstel van den gemeenteraad door uitsterving komen te vervallen, terwijl het verleenen van iedere vergunning kan worden verboden. Omtrent het verpachten van vergunningen is bepaald, dat iedere aanvraag van een vergunning en ieder exploitant daarvan moet kunnen aantoonen, dat het bedrijf op zijn naam en voor zijn rekening wordt uitgeoefend. Het aantal verloven, dus voor zwakalcoholische dranken, is aan een maximum getal verbonden.

Ook voor verloven is een verlofsrecht van 25 gld. per jaar verschuldigd. Verkoop van zwakalcoholische dranken voor gebruik elders dan ter plaatse, dus in gesloten flesschen, kannen of kruiken, is ook open in winkels zonder verlof; op dergelijke flesschen enz. moet het alcoholpercentage van den drank, dien zij bevatten, duidelijk zichtbaar zijn vermeld. Het verkoopen en verstrekken van alcoholische dranken aan personen beneden de 16 jaar is verboden en strafbaar gesteld. Terwisscha van Scheltinga In België werd de wet op de openbare dronkenschap van 16 Aug. 1887, die eerder repressief is, aangevuld door de meer preventieve wet van 29 Aug. 1919, welke den handel en den verkoop van alcohol regelt. In de lokalen, toegankelijk voor het publiek, is het verboden alcoholische dranken, bestemd om ter plaats genuttigd te worden, te verbruiken, te verkoopen of zelfs kosteloos aan te bieden. De houders van lokalen, waar dranken ter plaatse verbruikt worden, mogen geen alcoholhoudende dranken in huis hebben, zelfs niet in de plaatsen, waar het publiek geen toegang heeft.

De verkoop van alcoholische dranken mag alleen geschieden in winkels, en, ten einde den verkoop in het klein te beperken, schrijft de wet voor dat de verkochte hoeveelheid niet geringer zijn mag dan twee liters in eens.

Het verbruik van alcoholische dranken is minder dan voorheen. De wet van 1919 wordt nochtans ten zeerste bestreden o.m. door de belanghebbende herbergiers; men beweert dat ze de geheime slijterijen heeft in de hand gewerkt. V. Boon Dranmor Pseudoniem van Ferdinand von Schmid, Zwitser-Duitsch dichter van donker gestemde, maar vormschoone lyriek; * 22 Juli 1823 te Muri, ✝ 17 Maart 1888 te Bern. D. bracht het grootste deel van zijn leven in consulairen dienst door in Brazilië.

Werken: Poëtische Fragmente (1860); Gesammelte Dichtungen (1873). Bloemlezing d. O. v. Greyerz.

Lit.: F. Vetter, Ferdinand v. Schmid, eine literarische Studie (1897). Baur Dranouter Gem. in West-Vlaanderen, gelegen aan de Doeve ten Z. van Ieperen. Opp. 1113 ha, ca. 900 inw. Kleistreek. Landbouw.

Heuvelland: Monteberg. Vele herinneringen aan den Wereldoorlog.

< >