1° in de bouwkunde, de belasting, welke een draagconstructie (balk, brug enz.) kan uithouden, terwijl veiligheidshalve nog op een meestal 3-à 5-, soms 10-voudige zekerheid wordt gerekend, d.w.z. dat het d. het derde, vijfde of tiende gedeelte bedraagt van de ➝ breukbelasting.
P. Bongaerts.
2° Electriciteitsleer. Een magneet kan een bepaald gewicht aan ferromagnetisch materiaal dragen, dat toeneemt naarmate het oppervlak, waarmee het te dragen lichaam tegen de polen van den magneet aanligt, en de inductie daar ter plaatse grooter zijn. Het magnetisch d. bedraagt (B/5000)2 kg per cm2, waarin B de magnetische inductie is.
Elenbaas.