Georges, Fransch-Belgisch philoloog en literair-historicus, hoogleeraar te Leuven; * 1868 te Herve. Met zijn broeder Auguste ( ✝ 1930), hoogleeraar te Luik, vertaalde hij Meyer-Lübke’s Grammaire comparée des langues romanes (1890 vlg.) en hield zich met Waalsche dialectstudie bezig.
Later maakte hij vooral studie van de Fransche letterkunde in den Bourgondischen tijd en verrijkte de vergelijkende thematologie met een standaardwerk. D. is lid van de Académie royale en van de Académie de langue et de littérature Française te Brussel.Werken: Etude linguistique sur Jacques de Hemricourt et son époque (1891); Tableau et théorie de la conjugaison dans le wallon liégeois (1892); L’inventaire de la librairie de Philippe le Bon en 1420 (1906); La littérature française à la Cour des ducs de Bourgogne (1909); Les types populaires dans la littératurs française (1926—’28); Les classiques jugés par les Romantiques (1927). Baur.