(Jungermanniales) zijn een reeks van twee families van levermossen, die nu eens een kormophytisch, dan weer een thallophytisch uiterlijk hebben. De eerste groep heeft bladeren zonder nerven, die dakpansgewijze over elkaar liggen.
Aan den onderkant vindt men soms een rij anders gevormde bladeren, buikbladeren of amphigastriën genoemd. De andere bladeren hebben soms een zakvormig aanhangsel, waarin water vastgehouden wordt en die ook van een deksel voorzien zijn, zoodat er kleine diertjes in gevangen kunnen worden en verteerd.
Broedlichaampjes voor vegetatieve voortplanting komen voor. De sporendoos opent met vier kleppen en bevat naast de sporen, die telkens met vier bij elkander zitten, slingercellen (elateren).
Dc d. zijn over de geheele wereld verspreid. Het geslacht Riella groeit in het water, andere geslachten komen op vochtigen grond of boomstammen enz. voor. Bouman.