Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dooperschen

betekenis & definitie

vormen niet een sekte, ontstaan in de middeleeuwen, maar zijn een radicale uitwas van het Protestantisme. Zürich is de geboorteplaats en de Zwickauer profeten zijn er vreemd aan.

Toen de „reformatie” in Zürich feit werd, bleek het verschil tusschen Zwingli en de Dooperschen. De Raad van Zürich strafte met verdrinking ieder, die openlijk bekende D. te zijn.

De D. wilden het Koninkrijk der hemelen reeds op aarde verwezenlijken. Daarom hielden zij streng de „mijdinghe” van publiek vermaak enz.; de vroegere D. leerden een absoluut annihilationisme, d.w.z. zij verwachtten niet de vernieuwing der wereld, maar een geheel nieuwe wereld.

De doop mag vlg. de D. alleen toegediend worden aan kinderen van geloovigen; de kerk is een vergadering van enkel uitverkorenen. Jesus had onze menschelijke natuur niet.

De D. leden aan geestdrijverij, die soms in schrikkelijke excessen ontaardde: ontucht en naaktlooperij (Amsterdam, nacht van 10 Febr. 1538). Bekende leiders zijn: David Joris, Hans Denk, Melchior Hofmann.

Hun verblijf te Münster en Straatsburg heeft veel opspraak verwekt. Zie verder ➝ Wederdoopers.L i t.: Zwinglius, Vom Tauf, vom Wiedertauf und Kindertauf (1525); id., Vom Predigambt (1525); D. Joris, ’t Wonderboeck [1548 (?)]. Zie verder Wederdoopers.

Lammertse.

< >