Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Donatisme

betekenis & definitie

of schisma van Donatus v. Carth., hield ruim een eeuw de overigens bloeiende Christenheid van N.-Afrika verdeeld.

In 305 kwamen een aantal Numidische bisschoppen te Cirta (Constantine) bijeen en besloten, dat Caecilianus onwettig tot bisschop van Carthago was gewijd, omdat zijn consecrator, Felix van Aptunga, in de vervolging de heilige Boeken zou hebben uitgeleverd en dus tot de afvalligen zou hebben behoord. In Carthago verklaarden zij in verbond met persoonlijke vijanden van Caecilianus dezen voor afgezet en kozen Majorinus en na diens dood Donatus tot bisschop.

Keizer Constantijn had bevel gegeven, de in de vervolging genaaste goederen aan de Katholieken terug te geven. De Donatisten beriepen zich op hem en vroegen Gallische bisschoppen als scheidsrechters.

Constantijn verzocht den paus met 3 door hem aangewezen Gallische bisschoppen de zaak te onderzoeken. Paus Miltiades beriep een concilie in het Lateraan (313) en stelde Caecilianus in het gelijk.

De D. berustten er niet in en daarom riep Constantijn een concilie samen in Arles (314) met hetzelfde resultaat. Tijdelijk heeft de keizer hen streng behandeld, om hen dan weer te dulden.

De beweging nam sterk toe en werd voor de Katholieken zeer moeilijk, toen de Donatisten de woeste benden der ➝ Circumcellionen te hulp riepen. Toen St.

Augustinus bisschop werd, zetelde in elke plaats van beteekenis een Donatist als bisschop naast een Katholiek.

Kort te voren had Optatus van Mileve het schisma scherp bestreden in een zevendeelig werk met belangrijke documenten (wier echtheid ten onrechte is bestreden).

De groote kampioen der Kerk tegen het schisma werd echter Augustinus, van wien we nog tal van traktaten, preeken en brieven over het schisma bezitten. Trachtte hij de afgedwaalden eerst uitsluitend door overreding te winnen, later moest hij erkennen, dat ingrijpen van den staat noodzakelijk was.

Een schitterende overwinning behaalde hij op het twistgesprek in Carthago (411) en van dan af loopt de beweging sterk terug.Het groote geschilpunt tusschen de beide partijen liep over de geldigheid van sacrament en wijding, door onwaardigen toegediend. De D. verwierpen die o.a. met beroep op het standpunt van Cyprianus in den strijd met Rome over den ketterdoop. Intusschen was zijn punt van uitgang onjuist, van staatswege was (op bevel van Constantijn) de zaak onderzocht en bewezen, dat Felix van Aptunga niet gevallen was.

Bronnen: Optatus v. Mileve, Corpus Scriptorum eccles. latin. (26); Augustinus, scripta contra Donatistas, ibidem (3 dln.). Lit.: Monceaux, Histoire littéraire de l’Afrique chrét. (IV-VII 1912—1923); Dict. Théol. Cath. (IV, kol. 1701—1728); Franses, Augustinus en de eenheid der Kerk, in Miscellanea Augustiniana (1930); Batiffol, La paix constantinienne (1914); id., Le catholicisme de S. Augustin (2 dln. 1920).

< >