(Noorsch: Thor), Germaansche dondergod, gedacht als een sterke reus met langen baard, die met zijn knots of hamer op de wolken slaat en zoo den donder veroorzaakt. Hij werd als een goede, weldoende god vereerd en had verschillende attributen, die met die van den Indo-Europeeschen hemelgod overeenkomen.
De Romeinen identificeerden hem met Hercules en daarna met Juppiter. Vandaar onze Donderdag, die overeenkomt met den Romeinschen dag van Juppiter (Jovis dies = Fransch: Jeudi).
De eik was zijn heilige boom.Lit.: ➝ Germaansche godsdienst.