1° Friedrich Wilhelm, Duitsch Christelijk paedagoog en didacticus uit de school van Herbart; * 1824 te Sellscheid bij Düsseldorf, ♰ 1893 te Ronsdorf. D. studeerde op de kweekschool te Mors; was eerst aanhanger van Beneke, later van Herbart; 30 jaar lang „Hauptlehrer” aan de Wupperfelder Kirchenschule te Barmen; stichter van bijbelsche en paedagogische conferenties; ijverig werker in Protestantsche onderwijzersbonden en voor wetenschappelijke opvoedkunde; sinds 1880 buiten dienst wegens ziekte.
D. was tegenstander van de staatsschool der Aufklärung, voorbeeldig onderwijzer en vruchtbaar schrijver; bekend zijn zijn drie leertrappen: aanschouwen, denken en toepassen.Werken: Evangelisches Schulblatt (vanaf 1857 tot zijn dood) ; de hierin verschenen bijdragen en andere geschriften werden na zijn dood verzameld tot 12 banden, zie Herders Lex. der Pädag. (I), waarin tevens literatuur. Rombouts.
2° Wilhelm, Duitsch archaeoloog; * 6 Dec. 1853 te Bannen; 1877—’81 verbonden aan de opgravingen in Olympia, 1882—1911 in Athene, bekleedde sinds 1919 een eereprofessoraat te Jena. Leidde veel opgravingen of was de ziel ervan in Griekenland, de Eilanden, Klein-Azië, met name voor de Homerische cultuur.
Werken o.a.: Das griech. Theater (met Keisch, 1896); Troja und Ilion (1902); Die Heimkehr des Odysseus (1924); Alt-Ithaka (1927). W. Vermeulen.