Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Döllinger

betekenis & definitie

Ignaz von, Duitsch priester en professor, eerst vooraanstaand Katholiek geleerde, na het Vaticaansch Concilie heftig bestrijder van Kerk en paus; * 1799 te Bamberg, † 1890 te München. Sinds 1826 was hij professor in de kerkgeschiedenis te München.

In 1845 als Katholiek afgevaardigde in de Beiersche Kamer en op het Parlement van Frankfort (1848—’49) trad hij op als verdediger van de onafhankelijkheid der Kerk. Na 1860 valt hij reeds herhaaldelijk de tijdelijke macht der pausen en de politiek van Pius IX aan; voor de opening van het Vaticaansch Concilie schreef hij, onder het pseudoniem Janus, Der Papst und das Konzil, een felle brochure tegen de dogmaverklaring van de pauselijke onfeilbaarheid.

Toen deze toch geschiedde, weigerde hij openlijk zich te onderwerpen (1871), waarop de aartsbisschop van München hem excommuniceerde. Hij stierf buiten de gemeenschap der Kerk, hoewel hij geweigerd had zich aan te sluiten bij de oud-Katholieke beweging, die in Duitschland na het Concilie een klein aantal Katholieken uit de Kerk deed treden.

Als historicus is hij ook nu nog van beteekenis.Voornaamste werken: Lehrbuch der Kirchengeschichte (2 dln. 1836 vlg.); Die Reformation (uit zijn Kath. tijd, 1846—’48 ; is nog steeds een werk, dat met groot nut over dit tijdvak kan geraadpleegd worden); Heidentum und Judentum (1857); Geschichte der Moralstreitigkeiten in der Röm. Kath. Kirche (samen met Reusch, 2 dln. 1899); Beiträge zur Sektengesch. des M. A. (2 dln. 1890). — Lit.: Michaël S. J., I. v. Döllinger (31894); Friedrich, I. v. D. (3 dln. 1901). Gorris.

< >