Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dipolia

betekenis & definitie

Dipolia of Buphonia, feest in het oude Athene ter eere van Zeus Polieus in de maand Scirophorion (half Juni—half Juli), waarbij men een stier zich te goed liet doen aan veldvruchten, die op een altaar lagen, en hem daarna doodde. Davids Diponegoro Pangéran, zoon van Amangkoeboewono III van Jogjakarta, bekend om den oorlog, dien hij van 1825 tot 1830 gevoerd heeft tegen het gouvernement van Ned.-Indië; * ca. 1785 te Jogjakarta, ✝ 1855 te Menado. Ontstaan om een geringe aanleiding, greep de oorlogsactie snel om zich heen; de ongeregelde toestanden vóór en in de eerste jaren van het optreden van het Ned.-Indische gouvernement (vanaf 1816) bleken een vruchtbaar terrein voorbereid te hebben.

Slechts met inspanning van alle krachten gelukte het den Nederlanders, die daarbij den steun genoten van vele Indische vorsten, o.a. die van Soerakarta, D. in 1830 tot overgave te dwingen. Hij werd naar Celebes verbannen en heeft zijn vaderland niet meer teruggezien.

Het Ned.-Ind. gouvernement heeft van de beëindiging van den opstand gebruik gemaakt om den omvang der → Vorstenlanden zeer te besnoeien.Voor de huidige Javaansche nationalisten heeft de naam D. een gewijden klank gekregen. Een voorlooper van de moderne idealen is hij intusschen allerminst geweest. Veeleer heeft hij zich, naar het voorbeeld van een anderen Diponegoro vóór hem (Brandes, Tijdschrift v. h. Bataviaasch Genootschap, XXXII, 368 vlg.), als den ratoe adil beschouwd, den Javaansch-Mohammedaanschen Messias, den opener van een gouden tijdvak, getuige den door hem aangenomen naam Éroetjokro, die kenmerkend voor dien Messias geacht wordt. Berg

< >