rood, is een niet-organogeen zee-sediment. Het bestaat hoofdzakelijk uit materiaal, uit de lithosfeer afkomstig, voornamelijk van het gedeelte, dat onder den zeespiegel ligt.
Kalk komt er bijna niet in voor; 13-40% bestaat uit mineraalkorrels. Scheikundig is het een waterhoudend aluminium-silicaat.
Vulkanisch glas (puimsteen en asch) neemt een voorname plaats in. Ten deele is dit afkomstig van onderzeesche vulkanische erupties, ten deele uit gewone aschregens van vulkaanuitbarstingen (bijv.
Krakatau). Een klein deel wordt door kiezelorganismen (sponsnaalden en radiolariën) gevormd.
Soms treden deze echter zoo veelvuldig op, dat men van radiolariënslik spreekt. Het eigenaardige van het roode diepzeeslik is de uiterst langzame vorming.
Een bewijs hiervan is, dat stukjes van steenmeteorieten hier opgemerkt worden, terwijl ze elders verloren gaan in de groote hoeveelheid andere bezinksels. Roodhuyzen.