Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dessau (stad)

betekenis & definitie

Dessau (stad) - hoofd- en vroegere residentiestad van den Vrijstaat Anhalt, aan den linkeroever van de Mulde, 3 km van de Elbe (Elbehaven, Wallwitzhafen), 63,4 m boven zeeniveau. Ca. 83.000 inw., waarvan 90% Prot., 3,7% Kath.

Knooppunt van de spoorlijnen Berlijn—Frankfort a. d. M. en Leipzig— Hamburg. Luchthaven. De hertogelijke kunstverzamelingen in en bij Dessau (waarvan de voornaamste in het Gotische huis in Wörlitz) stammen nog gedeeltelijk uit het bezit van prinses Amalia, gemalin van stadhouder Frederik Hendrik. De binnenstad heeft nog tal van mooie gebouwen, o.a. de slot- of Marienkerk (1505—1512) met schilderingen van Cranach den Jongeren; het hertogelijk slot met middeleeuwsche fundamenten (de W. vleugel is een der eerste Renaissance-paleizen in Duitschland); het Prinz Georg paleis (1820); het raadhuis in Duitschen Renaissance-stijl. Dank zij de gunstige verkeersligging ontwikkelde zich een belangrijke industrie (vliegtuigen, Junkerswerke), machinebouw, suikerraffinaderijen, chemische industrie.

Lips.

< >