Democritus - Grieksch wijsgeer; * ca. 460 v. Chr. te Abdera in Thracië, † ca. 370 v. Chr. Met zijn leermeester Leucippus schepper der Grieksche atoomtheorie.
Waarschijnlijk paste hij ook atomistische beschouwingen toe in de meetkunde bij de bepaling van den inhoud van pyramide en kegel. D. beoefende ook anatomie, physiologie, astronomie en medicijnen.
Lit.: T. L. Heath, Greek Mathematics (I, Oxford 1921); S. Luria, Die Infinitesimaltheorie der antiken Atomisten (Qu. u. Stud. z. Gesch. d. Math., B. II 1932).
Dijksterhuis.
Democritus leert met de Eleaten de onvergankelijkheid en onveranderlijkheid van het zijnde. Als het zijnde beschouwt hij het volle, d.i. het stoffelijke; daarnaast bestaat het niet-zijnde, d.i. de ledige ruimte. Alle dingen zijn samengesteld uit atomen, die slechts quantitatief van elkaar verschillen. De atomen zijn eeuwig en onveroorzaakt en in de oneindige ruimte van eeuwigheid in beweging.
Alle gebeuren wordt tot beweging van atomen herleid. Bij de waarneming onderscheidt D. ➝ primaire en secundaire eigenschappen. Laatste doel van alle handelen is de gelijkmatige gemoedsstemming. Bron van alle recht is de natuur.
Lit.: F. Sassen, Geschiedenis van de Wijsbegeerte der Grieken en Romeinen (21932).
F. Sassen.