Delacroix - Eugène, Fr. schilder en lithograaf; * 1798 te Charenton-S. Maurice, † 13 Aug. 1863 te Parijs.
Leerling van Guérin, maar in dieperen zin van de meesters, wier werken hij copieert: Veronese, Rubens, Rembrandt. Tevens ondergaat hij den invloed van de „moderne” opvattingen van Géricault en Constable. In de keuze zijner onderwerpen is D. afhankelijk van de Romantiek; aan de Romantische onderwerpen geeft hij een schilderachtigen sterk beweeglijken vorm, waardoor vorm en inhoud veel beter bij elkaar passen dan in de Romantische onderwerpen, die de Klassicisten in academischen vorm behandelen. D.’s eerste meesterwerk, „Le Massacre de Scio” (Louvre) van 1824, leidt onmiddellijk tot een breuk met de Klassisistische richting, waarvan de aanvoerder Ingres D.’s groote tegenstander gedurende zijn heele leven blijft.
Voor Ingres is de vorm hoofdzaak, voor D. daarentegen het licht en de kleur, waarover D. in zijn dagboek opvattingen beschrijft, die hem tot den voorlooper der Impressionisten maken. D. heeft een enorm oeuvre nagelaten. Behalve verschillende muurschilderingen, bezit men ca. 850 schilderijen, verder pastels en aquarellen en series litho’s, die scènes illustreeren uit Faust, Hamlet enz. Het Mesdag Mus. in Den Haag bezit eenige werken van dezen genialen schilder, dien men het beste uit zijn stukken in diverse Fransche musea en in het Louvre leert kennen (o.a. De Vrijheid, die het Volk aan voert, 1830).
Lit.: Cam. Mauclair, E. D. (1909); R. Escholier, D. (3 dln. 1926-30).
Korevaar-Hesseling.