Dekken - 1° de paringsacte tusschen dieren; gebeurt in de bronstperiode.
2° Beschermen van planten tegen koude door een laag bladeren of turfstrooisel of met behulp van matten of luiken.
3° Een term in de photographie, beteekenend een of andere partij, die op het photographisch negatief te donker drukt, met verf te bedekken, zoodat deze op den afdruk licht blijft. In den regel gebruikt men voor het absoluut wegdekken van een gedeelte der plaat roode verf, omdat die kleur ongevoelig is voor licht, voor partieele transparante afdekking echter eenzelfde kleur als de kleur der plaat.
[i]Ziegler.