Dehmel - R i c h a r d, Duitsch dichter; * 18 Nov. 1863 te Wendisch-Hermsdorf (Brandenburg), ✝ 8 Febr. 1920 te Blankenese. D. was de zoon van een boschwachter, studeerde te Berlijn, werd secretaris van een verzekeringsmaatschappij, tot hij zich later heelemaal aan de literatuur kon wijden.
Was gehuwd met Paula Oppenheimer, gescheiden en opnieuw gehuwd met Ida Auerbach. Van 1899 tot 1902 ondernam hij een lange reis. Op vijftigjarigen leeftijd werd hij oorlogsvrijwilliger.
Dehmel is een laatgerijpt dichter, die uitmuntte in een gloedvolle natuurlyriek, hoofdzakelijk erotisch en sociaal getint, eenvoudig van uitdrukking en tegelijk diep gevoeld. In tegenstelling met de esoterische poëzie van Stefan George, komt Dehmel op voor een meer algemeene volkskunst.
Werken: Erlösungen (1891); Weib und Welt (1896); Fitzebutze (1900: samen met Paula D.); Zwei Menschen (1903); Zwischen Volk und Menschheit (1919 ; oorlogsdagboek). — Uitg.: Verzam. werken (10 dln. 1906-’10). — Lit.: R. Schaukal, R. D.’s Lyrik (1908); E. Ludwig, R. D. (1913); J. Bab, Gesch. eines Lebenswerkes (1926); H. Slochower, R. D. (1928).
De Tollenaere.