Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

De quincey

betekenis & definitie

De quincey - Thomas, Engelsch prozaschrijver; * 1785 te Manchester, ✝ 1859 te Edinburgh. Studeerde ongeregeld te Manchester en Oxford, werd bevriend met de groote romantische dichters, Coleridge, Wordsworth, vestigde zich in hun nabijheid in het Merendistrict (Westmore-land), huwde in 1816.

Verslaafd aan opium, zwak van gestel, verarmd, vestigde hij zich in 1821 als letterkundige te Londen, in 1828 te Edinburgh. D. Q. schrijft in rijke woordmuziek een dichterlijk, decoratief proza, hartstochtelijke belijdenissen, die echter nooit doordringen tot de diepte van het geweten. Hij kan ook eenvoudig zijn en levendig en humoristisch, maar gaat zich vaak te buiten in eindelooze uitweidingen.

Werken: Confessions of an English Opium Eater (1822, bijgewerkt 1856); Klosterheim, or The Masque 1832); The Logic of Political Economy (1844); Writings (22 dln. 1851—’59; 14 dln. 1853—’60; hierin o.a. The English Mail-Coach).

Pompen.

< >