Dauthendey - Max, Duitsch dichter; * 25 Juli 1867 in Würzburg, ✝ 4 Sept. 1918 op Java; aanvankelijk schilder. Zijn verzen zijn gekenmerkt door rijkdom van kleur en vormen.
Zijn Aziatische en Japansche novellen bekoren door exotische stemming en beelden.
Hoofdwerken: Ultraviolett (1893); Singsangbuch (1907); Die geflügelte Erde (1910); Die acht Gesichter am Biwasee (1911); Der Geist meines Vaters (1912) ; Gedankengut aus meinen Wanderjahren (2 dln. 1913); Erlebnisse auf Java (1924); Ges. Novelle u. Romane (1930); Ges. Gedichte u. kleinere Versdichtungen (1930); Mich ruft dein Bild (1930).
Lit. : W. Vesper, M. D. (Das literarische Echo, 10e jg. 1908); W. Fischer, M. D. als Dramatiker (id. 22e jg. 1920) ; H. Reinhart, Zum Gedächtnis M. D.’s (Jahrb. der Literar-Verein. Winterthur 1922).
Pintelon.