Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dansscholen

betekenis & definitie

Dansscholen - Het ballet was levenloos geworden door overmaat van techniek, a)Isadora Duncan bracht nieuwe idealen: techniek zij middel, geen doel; dans moet dienen tot de vorming van den harmonischen mensch. Isadora’s taak nam haar zuster Elisabeth over, die eerst te Frankfort, later te Darmstadt een school stichtte voor jonge meisjes, waar naast het gewone leerprogram een systematische scholing van het lichaam plaats vond.

Een beschavingscentrum was de opzet.

b)Uit Jacques Dalcroze’s pogingen zijn leerlingen rhythme bij te brengen, is zijn school te Hellerau ontstaan, waar een sterk verband gelegd werd tusschen muziek en beweging in de rhythmische gymnastiek. Zijn gelegenheidsstukken, o.a. Gluck’s Orpheus als dansspel, waren glanspunten in zijn geschiedenis. Uit de Hellerau-school kwam de latere felle tegenstander van Dalcroze:
c)Dr. R. Bode, die Dalcroze’s eenzijdig muzikaal systeem afwees en het innerlijk rhythme van den mensch tot grondslag nam van zijn uitdrukkingsgymnastiek.
d)De Schule für Körperbildung, Handwerk und Landschaft te Loheland nam wat betreft den dans, de ideeën van Duncan weer op: nl. het vormen van een beschavingscentrum door lichamelijke opvoeding.
e)Luserke in de Freie Schulgemeinde Wickersdorf, door G. Wyneken georganiseerd, ziet eveneens den dans als deel van een leerprogram en hoopt zoo een nieuwen feestcultus te verkrijgen.
f)Ook Laban werkt op denzelfden grondslag, maar bepaalde zich enkel tot dans. Hij gaat niet, als Dalcroze, uit van de muziek, noch als Bode van de lichamelijke ontwikkeling of als Loheland en Luserke van geestelijke opvoeding, maar van de beweging zelf. Laban stelt eigen wetten voor den dans op, niet ontleend aan muziek, en schept zijn ruimteleer. Zoo gaf hij danser en choreograaf vaste punten, die nastudie en opteekening mogelijk maakten en het ontstaan gaven aan een nieuwe choreographie.

Daarnaast wordt in stijgende lijn, door het vormen van leekendansen en danskoren, gewerkt aan de verwezenlijking van Duncan’s ideaal: „Dansen om een nieuwe menschheid te scheppen”.

Lit.: Die Elisabeth Duncan Schule (1912); prof. dr. A. Seidl, Hellerauer Schulfeste; R. Bode, Ausdrucksgymnastik (München 1925); Luserke, Shakespeare Aufführungen als Bewegungspiele (1921); R. Laban, Die Welt des Tänzers (Stuttgart 1920).

Terlingen-Lücker.

< >