Dajaksch - (taalk.), verzamelnaam voor de vele talen, die op Borneo gesproken worden door de Dajaks en waarvan hetzelfde gezegd kan worden als s.v. Dajak gezegd is van de bevolking. Het meest bekend is het Ngadjoe, dat bestudeerd is door den zendeling A. Hardeland (Versuch einer Grammatik der dajackschen Sprache (1858; gebrekkig) en Dajack-Deutsches Wörterbuch (1859) . Van de overige talen is weinig bekend, doch men heeft reden om aan te nemen, dat zij alle tot de Indonesische talengroep behooren.
Vgl. Sidney H. Ray, The Languages of Borneo, The Serawak Museum Journal (I 1913). Naast de taal van het dagelijksche leven heeft het Ngadjoe een liturgische taal, de basa sangiang (= godentaal) met vele verouderde vormen. Ngadjoesche teksten zijn uitgegeven door H. Sundermann in Bijdr. Kon. Instituut (LXVI 1912), terwijl Hardeland gedeelten van den bijbel en stichtelijke lectuur in het Ngadjoe vertaald heeft. Berg