Cyrillus van alexandrië - Heilige, kerkvader, kerkleeraar; * te Alexandrië, ✝ 27 Juni 444. C. behoort tot de grootste Grieksche kerkvaders en geleerden.
Zijn hoogste roem is zijn krachtige verdediging van het goddelijk Moederschap van Maria (Theotokos). Hij was een neef van patriarch Theophilus, den feilen tegenstander van S. Joannes Chrysostomus. Onder invloed van zijn oom was hij overtuigd van de schuld van Joannes en pas in 418, toen hij zelf al 6 jaar patriarch was, heeft hij den eisch van Rome ingewilligd en den naam van Joannes opgenomen in de → Diptycha en daarmee zijn nagedachtenis geëerd. Over zijn jeugd en de eerste jaren van zijn patriarchaat is zeer weinig bekend. De beschuldiging van medeplichtigheid aan den moord op de heidensche philosophe Hypatia (vooral scherp in Kingsley’s roman Hypatia) is o.a. weerlegd door Sicking in De Katholiek (1906—1909).
Vanaf 429 treedt C. sterk op den voorgrond in den strijd tegen Nestorius. Het oordeel over de juistheid van zijn optreden en over zijn karakter in het algemeen is zeer verdeeld, maar het meeste, wat ongunstig schijnt, kan ook goed verklaard worden. C. had paus Coelestinus I ingelicht over de dwaalleer van Nestorius. De paus veroordeelt die leer op een synode in Rome en draagt C. op die veroordeeling aan Nestorius bekend te maken en hem te excommuniceeren, als hij zou weigeren zich te onderwerpen. C. heeft daar te lang mee gewacht en intusschen zelf 12 → anathematismen opgesteld, die Nestorius zou hebben te aanvaarden, maar waartegen protest kwam van → Theodoretus van Cyrus e.a. Eindelijk wordt in 431 het 3e Algemeen Concilie bijeengeroepen in Ephese. Patriarch Joannes van Antiochië en zijn suffraganen, die met Nestorius sympathiseeren, laten op zich wachten en de pauselijke gezanten kunnen niet op tijd komen.
Daarom opent C. het Concilie, wat door de tegenpartij zeer kwalijk werd genomen. Nestorius wordt bij verstek veroordeeld en als de pauselijke gezanten aankomen, bekrachtigen zij de besluiten der eerste zittingen. Joannes en de zijnen vergaderen nu weldra eveneens, veroordeelen Cyrillus c.s. en deze wordt van regeeringswege gevangen gezet. Na eenigen tijd wordt C. vrijgelaten, Nestorius blijft veroordeeld en wordt naar Egypte verbannen. Het duurt echter nog tot 433, eer de vrede hersteld is tusschen Alexandrië en Antiochië. C. bleef tot aan zijn dood strijden tegen de veroordeelde, maar daardoor nog niet uitgeroeide dwaling.
De leer van C. over Christus en Maria is van groote waarde voor de geschiedenis van het dogma. Uit reactie tegen Nestorius heeft hij echter uitdrukkingen gebruikt, die in den samenhang goed te verklaren zijn, maar waarop zich toch Eutyches en de latere Monophysieten steeds beroepen hebben voor hun dwaalleer.
Werken: exegetisch: Over de aanbidding en den dienst in geest en waarheid, en Glaphyra (beide verklaren den Pentateuch); commentaren op Isaias en op de Kleine Profeten (van zijn commentaar op de Psalmen zijn slechts fragmenten over); commentaren op Joannes (geheel bewaard gebleven), Mattheus (weinig fragmenten), Lucas (veel fragmenten), op de brieven aan de Romeinen, Corinthiërs en Hebreeuwen (weinig fragmenten). Dogmatisch-polemisch: 2 werken over de H. Drieëenheid; verklaring van het symbolum van Nicea; 5 boeken tegen Nestorius; kleinere geschriften aan den keizer en de keizerinnen over de Nestoriaansche kwestie; eenige werken ter verdediging zijner 12 anathematismen; kleinere werken tegen keizer Julianus; preeken en zeer veel brieven, van belang voor de geschiedenis van Kerk en dogma.
Uitg.: Migne, Patrol. Gracca (LXVIII-LXXVII).
Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (IV 1924, 28-74); Dict. Théol. Cath. (III, 2476-2527); Rauschen-Altaner, Patrologie (1931, 264-269); Franses, Cyrillus, in Studia Cath. (7, 1931, 369-398); Wcigl, Die Heilslehre des hl. C. (1905); Rehrmann, Die Christologie des hl.
C. v. A.; Eberle, Die Mariologie des hl. C. v. A. (1921). Franses Voorstelling in de kunst. C. wordt in laat-Byzantijnsche kerken vaak met de overige Grieksche kerkvaders afgebeeld in verband met de „goddelijke liturgie”. Domenichino heeft hem verbeeld in Grieksch pontificaal gewaad met een boek in de hand. In een Grieksch menologium heeft hij een kruisvormige hoofdbedekking. Heijer