Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cranach

betekenis & definitie

Cranach - Lucas, Duitsch schilder en houtsnijder; * 1472 in Oberfranken, ✝ 1553 te Weimar. In 1505 hofschilder van den Saksischen keurvorst Frederik den Wijzen te Wittenberg.

Hier werd hij grondlegger en hoofdfiguur der Saks. schilderschool, vriend van Luther en aanhanger van het Protestantisme. De werken uit zijn jeugd zijn de beste; er spreken groote fantasie en een levendig temperament uit. In dezen tijd maakte hij ook zijn schoonste portretten. Later (na 1540) kreeg hij een druk beklant atelier met vele leerlingen en helpers, dat uiterst productief werkte. Thans vindt men dan ook producten daarvan in bijna alle musea van Europa (zijn hoofdwerken meest alle in Duitsche musea). Hij heeft ook vele houtsneden, zelfs kopergravures gemaakt; bovendien kent men talrijke teekeningen van hem. (Zie afb.).

Zijn zonen Hans (jong gestorven, 1537) en Lucas Jr. (* 1515, ✝ 1586) werkten volkomen in zijn trant, vooral de laatste zette de tot maniërisme vervallen kunst zijns vaders tot in den treure voort. Speciaal van hem treft men thans nog veel in den kunsthandel.

Lit.: K. Glaser, L. C. (Leipzig 1921); Flechsig, Cranachstudien (Leipzig 1900); Dodgson, Cat. of the woodcuts in the Brit. Mus. (II 1911); Lippmann, L. C., Samml. v. Nachbildungen /Berlijn 1895).

Schretlen.

< >