Crabbe - 1° George, Engelsch dichter; * 1754, ✝ 1832. Geboren uit arme ouders in een provinciestadje van Suffolk, liefhebberde hij eenigen tijd in botanie en geneeskunde; begon verzen te schrijven.
Met The Library (1781) won hij de bewondering en vriendschap van E. Burke, op wiens aanraden hij zich tot Anglicaansch geestelijke liet wijden in 1781. In 1783 verscheen zijn groote realistische dorpsbeschrijving The Village. Hij huwde in hetzelfde jaar en leefde sedert dien het kalme leven van een dorpsdominee. Zijn eerstvolgende werken verschenen meer dan 20 jaar later: The Parish Register (1807), The Borough (1810), Tales of the Hall (1819).
Midden in de Engelsche Romantiek bleef hij trouw aan de traditie van Pope; hij had een scherp opmerkingsvermogen, en ofschoon zijn pessimisme zich sterk-bewust tegen alle vage romantiseering en idealiseering verzette, had hij een warm dichterlijk gevoel voor de natuur en voor de zieleschoonheid van kleine luiden.
Lit.: R. Huchon, G. C., Un poète réaliste anglais (1906); dr. H. Bär, G. C. als Epiker (1929).
Pompen.
2° Petrus, Minderbroeder. * 1470 (1471) te Mechelen, ✝ 1553 (1554). Bekend door zijn Conciliorum collectio (le uitg. 1538, 2e uitg. 1551), waarvoor hij Noord-Frankrijk, België en het Rijnland bereisde. Voor zijn tijd is dit werk een mooie, wetenschappelijke prestatie, dat ook naast Surius en Mansi zijn waarde behoudt. Men vindt er o.a. de eerste uitgave van het Liber Pontificalis.
Lit.: S. Dirks, Histoire littéraire des Frères Mineurs dans les Pays Bas (64-66); H. Quentin, Mansi et. les grandes collections conciliaires (1900) ; Franses, P. Crabbe en zijn Conciliorum collectio, in Collectanea Franciscana Neerlandica (II 1931, 427-446).
Polman.