Covenant - 1° oorspronkelijk de overeenkomst van 1557, waarbij de onderteekenaar (in casu de Protestantsche adel) zich verplichtte de Schotsche Kerk tegen het Katholicisme te verdedigen. Later kreeg het, door het optreden van den Eng. koning, een ander karakter en werd het een nationale bond van onderteekenaars (practisch heel de Schotsche natie) tegen de pogingen van Engelands koning om de Schotsche Kerk een episcopaal stelsel en een nieuwe, minder anti-Romeinsche liturgie op te dringen.
Het gold hier een strijd om de suprematie: koning of kerk. Bekend zijn vooral twee Covenants, nl. het Nationale van 1638 en de „Solemn League and C.” van 1643. De verovering van Schotland door Cromwell maakte aan het C. als nationalen bond een einde.
Lit : D. Hay Fleming, Story of the Covenants Edinburgh (1904); J. K. Hewison, The Covenanters (1908); The Cath. Encycl. (IV 1908, 457-462).
Wachters.
2° Volkenrechtelijk wordt met Covenant zonder nadere toevoeging aangeduid het tractaat van Versailles en speciaal het onderdeel, dat betrekking heeft op den Volkenbond, nl. de eerste 26 artikelen.