Coster, charles théodore henri de - Fransch-Belgisch schrijver; * 20 Aug. 1827 te München, ✝ 7 Mei 1879 te Elsene (Brussel). Hij is de schitterendste vertegenwoordiger van de eerste periode (1830—1880) der „Littérature Beige d’Expression Française” vóór „La Jeune Belgique”.
Blijvend werk gaf hij met zijn picaresken roman: La Légende d’Ulenspiegel. Hij had er tien jaren aan gewerkt en zich geschoold in oude Fransche werken, als van Rabelais, Montaigne, Mamix van Sint-Aldegonde, Le Roman du Renard; ook in de Contes Drolatiques van H. Balzac. Een eerste proeve van archaïstische taalreconstructie leverde hij met succes in zijn Légendes Flamandes (1858). Hij maakte gebruik van een benoeming bij het Rijksarchief om de documenten over de 16e eeuw, zoowel Fransche als Vlaamsche, o.a. de kroniek van Van Meteren, grondig door te werken. Men heeft in zijn Ulenspiegel verkeerdelijk de integrale uitbeelding van de Vlaamsche ziel willen zien.
Zijn Tyl-roman is dit evenmin als sommige motieven bij Brueghel of sommige verzen van Verhaeren. Wel mogen wij Tyl een eenigszins te eenzijdige weergave noemen van het dualisme der Vlaamsche volksziel: volkomen godsdienstige overgave naast ontstellende zinnelijkheid. ZijnTyl is een nieuwe Reinaert („Je ne suis qu’un pauvre Renard flamand”) met Geuzenbloed in de aderen. Ch. de Coster, op het einde van zijn leven professor benoemd aan de Krijgsschool, stierf in de bitterste armoede, volslagen onbekend, al te goed beseffende, wat hij zelf heet „l’épouvantable valeur de l’argent”.
Werken: Les frères de la bonne trogne (1856); Légendes Flamandes (1858); Contes brabançons (1861); La légende de Tyl Ulenspiegel et Lamme Goedzak (1867); Caprice de Femme; Lettres à Elisa; Voyage de noces (1872) ; Voyage en Zélande (1874); Voyage en Hollande (1874); Le mariage de Toulet (1874).
Lit.: Hanse, Ch. De Coster (1928); Liebrecht, La Vie et le rêve de Ch. De Coster; Liebrecht, Charles de Coster, 1827—1927 (bibliographie).
Willemyns.