Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cosijn

betekenis & definitie

Cosijn - Pieter Jacob, Ned. taalkundige; * 1840 te Rijswijk, ✝ 1899 te Leiden. Sinds 1877 was C. hoogleeraar te Leiden in het oud-Germaansch, meer speciaal het Angelsaksisch.

In 1870 richtte hij met Eelco Verwijs de Taal- en Letterbode op. Tot 1877 mede-redacteur van het Groot Woordenboek der Nederlandsche taal. Gaf o.a. verscheidene Nederlandsche grammatica’s uit en ook een Altwestsächsische Grammatik (2 dln. 1883—’88).

Offermans.

L i t.: Nieuw Ned. Biogr. Wbk. (VIII, 321 vlg.).

< >