Coöperatieve vereeniging - (Ned.). Hieronder wordt verstaan een vereeniging van personen, waarbij de in- en uittreding van leden is toegelaten, en die bevordering van de stoffelijke belangen der leden ten doel heeft, als door middel van gemeenschappelijke uitoefening van hun nering of hun ambacht, door aanschaffing van hun benoodigdheden of liet hun verstrekken van crediet. Al naar het doel worden die vereenigingen dan ook onderscheiden in coöperatieve productie-, verbruiks- en credietvereenigingen.
In 1876 kwam in Nederland de eerste wettelijke regeling der c.v. tot stand, welke in 1925 door de thans nog van kracht zijnde wet werd vervangen (Wet van 28 Mei 1925, Stbl. nr. 204).
De c.v. is rechtspersoon. Zij wordt bij notarieele akte opgericht, en haar statuten moeten worden gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant. Een volledige ledenlijst moet ten kantore van het Handelsregister worden nedergelegd. Haar leden, en zij die minder dan een jaar vóór de ontbinding uittraden, zijn gezamenlijk voor een tekort aansprakelijk, tenzij de statuten hiervan afwijken. In verband hiermede moet de Vereeniging in haar naam, behalve het woord „Coöperatief”, ook voeren de letters W.A. (indien van de wettelijke aansprakelijkheid niet werd afgeweken), G.A. (bij afwijkende regeling) of U.A. (bij uitsluiting van de aansprakelijkheid der individueele leden).
Het instituut der c.v. is in Nederland bijzonder populair en speciaal in den landbouw en de zuivelindustrie, vooral in Friesland en Noord-Brabant, tot ontwikkeling gekomen. ➝ Coöperatie; ➝ Samenwerkende vennootschap.
Ariëns.
Lit.: mrs. O. Gezelle Meerburg, W. H. Verloop en C. Weststrate, De Wet op de Coöperatieve Vereenigingen.