Contrabande - (Volkenrecht) zijn volgens het zeeoorlogsrecht goederen, vervoerd op schepen naar de tegenpartij, die door de oorlogvoerenden bij oorlog ten allen tijde in beslag genomen mogen worden. Hierbij worden speciaal beoogd goederen waardoor de vijand in staat wordt gesteld den oorlog te voeren.
Daaronder vallen op de eerste plaats wapenen. Er zijn echter goederen, die een dubbel karakter dragen, d.w.z. die zoowel in vredestijd als in oorlogstijd gebruikt worden en daarom naargelang van omstandigheden contrabande zijn. De bepaling, welke goederen onder contrabande vielen, heeft eeuwenlang strijd veroorzaakt. Nederland heeft er steeds naar gestreefd, dat het adagium „vrij schip vrij goed” erkend werd, waardoor het voor de Nederlandsche Scheepvaart mogelijk was groote voordeelen te behalen. Ten gevolge van het steeds driester optreden van Engeland tijdens den Amerikaanschen vrijheidsoorlog sluiten Rusland, Zweden, Denemarken een verbond: de Gewapende Neutraliteit, 1780, om o.a. tot een bepaling van wat contrabande is te komen.
In 1800 wordt alles hernieuwd. Wat toen voorgestaan werd, kwam in 1856 bij de declaratie van Parijs tot erkenning, zonder dat echter vastgesteld werd, wat onder c. valt. Dat geschiedde bij de declaratie van Londen in 1909 in de art. 22-29. Daar vindt men ook de onderscheiding van goederen, die altijd contrabande zijn, en goederen, die dat eerst zijn na bekendmaking en kennisgeving aan de mogendheden. Die declaratie is niet geratificeerd en in den Wereldoorlog door de oorlogvoerenden uitdrukkelijk buiten werking gesteld.
Die oorlog toonde duidelijk aan, dat het zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk is vooraf vast te stellen wat contrabande is, daar de belangen der staten als oorlogvoerenden dan wel als neutralen geheel tegenstrijdig zijn. Op het eind van den grooten oorlog bleven er geen vrije goederen meer over. Practisch trachtte men de neutralen te dwingen tot stopzetting van eiken handel met den vijand.
Zoo schreef Engeland aan de neutralen voor geen in eigen land voortgebrachte goederen naar Duitschland uit te voeren op straffe van het afbreken van elken invoer. Op die wijze werd door blokkade en contrabande elke handel stilgelegd en die middelen ver buiten hun doel aangewend. De beginselen: vrij schip vrij goed, en neutraal goed op vijandelijk schip vrij, zijn door den oorlog tenietgegaan.
L. Janssens.