Constantsa - (zie krt. Balkanschiereiland H 2), ook Constanta of Kustendsje, Roemeensche havenstad aan de Zwarte Zee; 58.258 inw. (1930).
De Roemeensche regeering heeft hier in 1902 en 1909 kostbare havenwerken laten aanleggen; tevens heeft C. een spoorwegverbinding met Boekarest en een pijpleiding naar de petroleumdistricten van Buzau en Ploesti. De haven van C. is ijsvrij in tegenstelling met de Donaumonden en staat niet zooals deze onder internationaal toezicht. C. heeft een grooten uitvoer van graan, hout en petrolum, het verkeer is drukker dan in eenige andere Roemeensche haven; 1931: 1.626 schepen met 4.383 .431 ton. De haven is 9 m diep en door een 1.400 m langen dam tegen de zee beschut. C. is de hoofdstad van de Dobroedsja en van het district (judets) C. en residentie van een Orthodoxen bisschop.
Constantsa werd gesticht door keizer Constantijn den Grooten, maar kreeg pas in de 20e eeuw groote beteekenis. Tijdens den Wereldoorlog werd C. verwoest, maar na 1919 kwam het weer snel tot bloei. Hoek.