Commutator - of collector, een inrichting bij een electrische machine om den in de ankerwikkeling van een gelijkstroommachine geïnduceerden wisselstroom als gelijkstroom in de leiding buiten de machine te krijgen. De c. bestaat uit een aantal reepen van hard getrokken koper (commutatorlamellen, -segmenten, -strooken, -wiggen), door mica onderling goed geïsoleerd en ook van het lichaam (commutator-, collectorbus), waarop zij tot een hollen cylinder vereenigd zijn.
Het begin en het eind van elke ankerspoel (wikkelingselement), waarin de ankerwikkeling verdeeld is, wordt met twee opeenvolgende lamellen verbonden en elke twee opeenvolgende ankerspoelen aan dezelfde lamel, zoodat er een doorloopende keten ontstaat.
De commutatorbus wordt op de ankeras bevestigd, waardoor, bij ronddraaiing dezer as, de lamellen en dus ook de wikkelingselementen achtereenvolgens in verbinding komen met de stilstaande borstels.
Een commutator met n lamellen heet n-deelige commutator; de spanning tusschen twee opeenvolgende lamellen: lamellenspanning; is deze te groot, dan heeft stroomovergang plaats (overslag), die zich van lamel tot lamel over den omtrek van den commutator kan voortplanten als een rond den commutator loopende vonk.
v. d. Well.