Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Collins

betekenis & definitie

Collins - 1° John Churton, Engelsch criticus, professor in de Engelsche letterkunde te Birmingham; * 1848, ✝ 1908. C. studeerde te Oxford, was criticus sedert 1872; conferencier, vooral voor volksuniversiteiten, van 1880 af.

Onvermoeid ijveraar voor de studie der Engelsche letterkunde; in 1904 professor.

Voorn. werken: Illustrations of Tennyson 1891); Jonathan Swift (1893); Essays and Studies 1895); Studies in Shakespeare (1905); Posthumous essays (1912).

Lit.: L. C. Collins, Life and Memoirs 1912). Pompen 2° Michaël, Iersch staatsman; * 21 Aug. 1890, ✝ 21 Aug. 1922. In 1916 nam hij deel aan den Sinnfeinopstand te Dublin; in 1918 werd hij tot afgevaardigde in het Lagerhuis gekozen; hij sloot met Griffith en Lloyd George het verdrag, waardoor aan Ierland de status van Dominion werd toegekend; de verwerping van het verdrag door de radicalen bracht hem in conflict met De Valera. Cosemans 3° William, Engelsch dichter, voorlooper van de Romantiek; * 1721, ✝ 1759. C. studeerde te Oxford, waar hij Bachelor of Arts werd in 1743. Bevriend met. de Wartons en met Johnson.

Verloor zijn lichaams- en geesteskrachten ca. 1750. Zijn Oden en andere gedichten werden gedrukt tusschen 1742 en 1749, eenige pas na zijn dood. De voornaamste zijn: Ode to Pity, to Liberty, on the Poetical Character, to Fear, to Evening cn on the Superstitions of the Scottish Highlands.

Pompen.

4° William, Eng. schilder; * 1788 te Londen, ✝ 1847. Onder invloed van George Morland schilderde hij spelende kinderen in Engelsch landschap, later visscherstooneelen. Verbleef een tijd in Italië. Zijn meest vermaarde werk is „de verkoop van het geliefde lammetje” (1813).

Lit.: W. Wilkie Collins, Memoirs of the Life of William C. (2 dln. 1848). Knipping 5° William Wilkie, Engelsch romanschrijver; * 1824, ✝ 1889. Hij was de oudste zoon van William C. en broer van Charles A. C., beiden schilders. Was als jongen twee of drie jaar in Italië, dan op een handelskantoor, vervolgens student in de rechten en advocaat in 1851. Hij aarzelde tusschen den roman en de schilderkunst, tot hij in 1851 Ch. Dickens ontmoette en vriendschap met hem sloot.

Toen besloot hij zijn kost te verdienen als romanschrijver. Hij werd medewerker van Dickens’ weekbladen Household Words en All the Year Round, en in laatstgenoemd tijdschrift verscheen in 1860 The Woman in White. Zijn beste romans verschenen in serievorm in tijdschriften. Na 1874 werd hij menschenschuw, pessimistisch en verbitterd en raakte ten slotte verslaafd aan opium.

In zijn beste romans (bijv. The Woman in White en nog meer in The Moonstone, 1868) toont zich zijn meesterschap in berekende constructie, volgehouden sensationeele spanning en zuiverheid van taal. Hierin is hij de meerdere van zijn vriend, maar de diepte en de hoogte en de onuitputtelijke phantasie en humor van Dickens is hem vreemd. De wederzijdsche invloed der beide schrijvers heeft geen van beiden ten voordeel gestrekt. Pompen

< >