Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Birmingham

betekenis & definitie

Birmingham - 1°fabrieksstad in Engeland (52° 48' N., 1° 54' W.), graafschap Warwickshire, in de omgeving de Zwarte Streek vormend. 1 000 000 inw. Belangrijke stad voor de metaalindustrie in Engeland: wapens, spoorwegmateriaal, machines, fietsen, schrijfpennen, munt.

Verder rubber, chemische leer-, hout- en papierindustrie; fabrieken van artikelen voor electriciteit, glas, speelgoed (the World’s toyshop), enz. In de nabijheid steenkolenmijnen. Universiteit. Zetel van een Kath. aartsbisschop en van een Anglicaanschen bisschop.

G. de Vries.
2°Belangrijk spoorwegkruispunt en snel groeiende fabrieksstad in den N. Amer. staat Alabama (33° 30' N., 86° 50' W.). B. werd eerst in 1870 in een lange smalle vallei gesticht, maar groeide weldra uit tot in de naburige valleien, en telde in 1930: 299 678 inw. (in 1920: 178 806). De opkomst van B. is vooral te danken aan de rijke delfstoflagen (steenkool, ijzererts, kalksteen en dolomiet), die in de nabijheid ontgonnen worden. Zeer belangrijke ijzer- en staalnijverheid, waarom B. wel het Pittsburg in het Z. wordt genoemd. Overigens zeer diverse nijverheden. In 1929 bedroeg de waarde van de industrieele productie 137 102 000 dollar.

Een groot gedeelte ervan wordt langs de Black Warriorrivier naar Mobile en New-Orleans verzonden. B. is ook een belangrijke markt voor geel pijnhout. Zetel van het B. Southern College (in 1929: 1 842 studenten). Luchthaven.

Polspoel.

< >