Clausula - het gewoonlijk rhythmisch gevormde slot van een zin of zindeel. Reeds in het Grieksche proza vindt men voorliefde voor rhythmischen zinbouw: Thrasymachus, Demosthenes, Isocrates, wat door de literatoren van het zgn. Asianisme zelfs aan vaste regels gebonden werd. Onder den invloed van het Hellenisme nam ook het Latijnsche proza deze c. over.
In de le eeuw v. Chr. is de redenaar Cicero de voornaamste vertegenwoordiger van het rhythmische proza, een richting, waartegen het zgn. Atticisme zich verzette: Brutus, Caesar, Sallustius. In de eerste eeuwen na Chr. had de overgang plaats van het rhythme volgens kwantitatief accent naar dat volgens intensiteitsaccent: voor het Grieksch Himeros (einde 4e eeuw), voor het Latijn St. Augustinus (4e—5e eeuw). W. Vermeulen.