Cladel - Judith Jeanne, talentvolle, doch weinig oorspronkelijke Fransche romanschrijfster, bekend om haar „Confessions d’une amante”. Schreef ook voor het tooneel: o.m. „Le Volant” en „Valérie Mercier”. * 1873 te Parijs.
Essay: La Vie de Léon Cladel (1905).
2° Léon, Fransch romanschrijver van de naturalistische richting, met regionalistischen inslag.
* 13 Maart 1835 te Montauban (Quercy), f 20 Juli 1892 te Sivry. Schildert uitstekend, maar brutaal en in hevige kleuren, het pikareske leven van zwervers uit zijn geboortestreek (vgl. Richepin), en de soms ruwe boerenlui van Le Quercy. Eigenlijk een laat-Romantieker, met socialistische neigingen. Van Baudelaire heeft hij een drang tot het uitzonderlijke geërfd. C. Lemonnier onderging zijn invloed.
Werken: Romans en novellen, o.a.: Les Martyrs ridicules (1862); Le Bouscassié (1869); La fête votive de Saint Bartholomé-Porte-Glaive (1872); Les Va-NuPieds (1873); L’homme de la Croix-aux-Boeufs (1878); Ompdrailles ou le Tombeau des Lutteurs (1879); Crête rouge (1880); N’a qu’un oeil (1881); Le deuxième Mystère de 1’Incarnation (1883); Kerkadec, gardebarrière (1883); Urbains et Ruraux, een vervolg op Va-Nu-Pieds (1884); Gueux de Marqué (1887); Juive vereenigingsgebouw, winkels, koffiehuizen, muziektent enz.). De benaming is in gebruik gekomen door de ■→ tuinstadbeweging: bij het ontwerpen van tuindorpen of tuinwijken bleek de wenschelijkheid deze een eigen middelpunt te geven, ten einde er een min of meer in zich zelf complete, afgeronde, organische eenheid van te maken. v. Embden.