Chorin - (Brandenburg), voormalig klooster der Cisterciënsers, 1258 gesticht op een eiland in het Parsteiner meer, 1273 overgebracht naar C. De kloosterkerk, een driebeukige baksteenen kruisbasiliek, binnen 67,7 m lang, in 1334 gewijd, is „het belangrijkste en edelste werk der vroege Gotiek in het gebied van de Noord-Duitsche baksteen-architectuur” (Dehio). Vooral de Westgevel is een meesterwerk van baksteenbouw. De kerk is gedeeltelijk ruïne, evenals het klooster, waarvan alleen de Oost- en Westvleugels vrij goed bewaard bleven. Ten Z.W. van het klooster de ruïne van een granietsteenen kapel.
Lit.: G. Dehio, Handbuch der deutschen Kunstdenkmäler (II, Nordostdeutschland, Berlijn 1906, 78-79); R. Hamann, Deutsche und Französische Kunst im Mittelalter (II Marburg a. Lahn 1923, 91-96).
F. Vermeulen