Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Chenopodiumolle

betekenis & definitie

Chenopodiumolle - lichtgele, vluchtige olie, die door destillatie verkregen wordt uit de vruchten en het kruid van variëteiten van Chenopodium ambrosoides L.; in N. Amerika vnl. uit de variëteit anthelminticum, in Ned. O. Indië uit de daar gekweekte var. suffrolicosum Willd. Bestanddeelen: ascaridol, (CH3)2CHC6H602CH3, en terpenen.

C. wordt gebruikt als geneesmiddel tegen darmparasieten, vnl. bij anchylostomiasis (mijnwormziekte). C. wordt ingenomen in capsules of op suiker en wordt in de tropen veel voor massakuren gebruikt, echter steeds onder geneeskundig toezicht, daar te hooge doseering ernstige vergiftigingsverschijnselen (duizeligheid, algemeene slapte, hoofdpijn en braken, soms ook bewusteloosheid, nieraandoeningen) veroorzaakt.

L i t.: Comm. Ned. Pharm. Ed. V (III); dr. H. Vervoort en prof.

P. van der Wielen, Chenopodiumolie, Monogr. Rijks Ihst. voor Pharmacotherap. Onderzoek (1922). E. Hermans /Hillen.

< >