Prins van Beneventum. Fransch diplomaat. * 2 Febr. 1754 te Parijs, ✝ 17 Mei 1838 aldaar. Wegens mankheid ongeschikt voor mil. dienst, werd T. (zonder roeping) door zijn familie bestemd voor geestelijke; in 1788 bisschop van Autun. Zijn gecultiveerde omgang maakte hem tot een,der leiders in de salonwereld; geld en vrouwen hebben hem steeds beïnvloed.
Als diplomaat zocht hij de gunst der machtigen, waardoor zijn diplomatic iets machiavellistisch kreeg. 10 October 1789 deed T. in de Constituante het voorstel, dat leidde tot secularisatie van het kerkelijk bezit; legde in 1791 den eed op de ➝ Constution civile du clergé af en bezorgde de schismatieke Kerk een episcopaat, door enkele assermentés tot bisschop te wijden, waarom hij door Pius VI geëxcommuniceerd werd. T. verliet toen de Kerk en begon zijn diplomatieke loopbaan met een geheime zending naar Londen. Toen de oorlog met Eng. uitbrak, zocht hij in de Ver. Staten een bestaan in den geldhandel.
In 1795 keerde T. naar Frankrijk terug en werd, door tusschenkomst van Barras en mad. de Stael, min. van Buitenl. Zaken (1797), maar wegens beschuldiging van financieele knoeierijen trad hij in Juli 1799 af. Hij steunde Napoleon bij den staatsgreep van Brumaire en werd daarna (Nov. 1799) opnieuw min. van Buitenl.
Zaken.
In 1802 werd T. door Pius VII geseculariseerd en huwde hij, zonder dispensatie, zijn maitresse mad. Grant. Wegens omkoopbaarheid, onafhankelijk optreden, toenadering tot Eng. en Oostenr. en te openhartige critiek op den „eeuwigen oorlog”, moest T. in 1807 aftreden, kreeg echter den titel van aartskanselier en werd door zijn opvolger Champagny en ook door Napoleon nog herhaaldelijk geraadpleegd. In 1808 kwam de volledige ongenade, o.a. wegens verraderlijke betrekkingen met Oostenr. en Rusland.
T. wreekte zich, door met Fouché heimelijk de groeiende oppositie te steunen; bewees den Gealliëerden in 1813 allerlei diensten en gebruikte zijn invloed bij den tsaar tot herstel van Bourbon. Als min. van Buitenl. Zaken en gezant van Lodewijk XVIII verdedigde T. op het Weener Congres Frankrijks belangen. Na tijdelijke ongenade (1816) werd hij pair; onder Louis-Philippe gezant in Londen (1830-’34), waar T. eindelijk zijn groote doel: een (liberale) entente tusschen Frankrijk en Engeland bereikte.
Kort voor zijn dood werd T. door abbé Dupanloup met de Kerk verzoend.Werken: Mémoires, uitg. d. Broglie (5 dln. 1891’92); Correspondance diplomatique, uitg. d. Pallain (3 dln. 1889-'91); Correspondance avec Napoléon, uitg. d. Bertrand (1889). — Lit.: La Cour Gayet, T. (4 dln. 1930-’32). V. Claassen.