Chanson de roland - De oudst-bewaarde en terecht de beroemdste der chansons de geste, uit de geste du roi. Zooals we het nu bezitten, bestaat dit heldenepos uit drie deelen: Ganelon’s zending bij den Saraceenschen koning Marsilies van Saragossa, met zijn plan van weerwraak over Roland, die hem tot dit gezantschap had aanbevolen; overval der achterhoede van het leger van Charlemagne (= Karel de Groote) in de passen van Roncevaux, met de heldendaden der Fransche baronnen en den dood van Olivier, Turpin, Roland: het beste en voornaamste deel; wraak van Charlemagne, vernieling van een nieuw Saraceensch leger onder Baligante, Ganelon’s straf. Volgens J. Bédier en anderen niet ouder dan ongeveer 1120; volgens Fawtier kan het, in oudere redactie waarschijnlijk, reeds aangetoond worden in het begin der 11e eeuw. De oudst-bewaarde redactie is die van het handschrift van Oxford; hoewel de redactie van het hs. van Venetië (gekend als Roman de Roncevaux) bij de geleerden steeds in waarde stijgt. Fawtier heeft aangetoond, dat de aanleiding niet is geweest een onbeduidende overval op een achterhoede, maar wellicht de gevoeligste nederlaag, die Charlemagne ooit geleden heeft.
Of Turoldus, uit het laatste vers, slechts de afschrijver, ofwel de dichter der bewaarde Oxford-redactie is geweest (dan waarschijnlijk een Turoldus, die bisschop was te Bayeux en monnik werd te Le Boe), kan moeilijk uitgemaakt worden.
De c. d. R.mag om zijn grootschheid,om den epischen adem, die er doorheen vaart, om de heldhaftige geestdrift van Christelijken heldenmoed en vorstentrouw, om de macht der verbeelding, te recht onder de allerbeste meesterstukken van de epische kunst aller tijden gerekend worden. Ook werd het in de meeste Europeesche talen al vroeg bewerkt of vertaald: de oudste bewerking in het Duitsch door Pfaffe Konrad tusschen 1136—1133; ook in het Dietsch werd het overgezet: nog een viertal fragmenten zijn er van over; de voor de geschiedenis van de c. d. R. meest interessante prozavertaling is een oud-Noorsche,in deKarlomagnussaga opgenomen.
Uitg. en lit.: De talrijke uitg. en de zeer uitvoerige lit. kunnen hier niet vermeld worden. Wel het laatste werk over het onderwerp is dat van R. Fawtier, La chanson de Roland (Parijs 1933). Schr. dezes bereidt een nieuwe uitgave voor van onze epische fragmenten, verbonden met een volksboek. Verder uitg. van Th.
Gautier (Tours 1872, meerdere uitg.); Th. Muller (Göttingen 1878); E. Stengel (Leipzig 1900); J. Bédier (Parijs 1922); E. Lerch (München 1923); T. Atkinson Jenkins. V. Mierlo