Chanson - Lied, vooral meerstemmig lied. Eerst voor één zangstem met instrumentenbegeleiding, uit de middeleeuwsche Trouvèresen Troubadoursliteratuur stammend, later zich zelfstandig ontwikkelend, wordt de c. na 1500, vooral met Okeghem en Josquin des Prés, louter vocaal, en door Janequin geplooid naar schilderende tekstvertolking. De 16e-eeuwsche bloeitijd der c. wordt vooral door het opeenvolgend overwicht der stemmen gekenmerkt. Eerst is de tenor hoofdzaak, later zijn alle stemmen gelijkwaardig; rond 1580 streeft de bovenstem naar volstrekt overwicht, de andere stemmen bepalen zich tot begeleiden. Meesters der c. zijn, buiten de reeds genoemden: Clemens non Papa, Willaert, Lassus, Sweelinck.
Lit.: A. Einstein, Mehrst. weltl. Musik von 1450— 1600 (Adler’s Hdb. der Musikgesch. 1924, 315 vlg.). Voor de Ned. c.: R. Lenaerts, Het Ned. polif. Lied in de 16e eeuw (1933). Lenaerts