Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cauchy

betekenis & definitie

Cauchy - Augustin Louis, Fransch wiskundige. * 21 Aug. 1789 te Parijs, ✝ 22 Mei 1857 te Sceaux. C. werd in 1816 hoogleeraar aan de Ecole Polytechnique, daarna ook aan de Sorbonne en het Collége de France.

Hij verloor zijn betrekkingen na de Julirevolutie van 1830, omdat hij als overtuigd aanhanger der Bourbons den eed van trouw a het nieuwe gouvernement weigerde. Hij aanvaardde in 1831 een leerstoel te Turijn, leidde daarna van 1833 tot 1838 te Praag de opvoeding van den kleinzoon van Karei X. Door dezen in den adelstand verheven met den titel van baron, keert hij in 1838 terug naar Frankrijk, waar hij echter wegens de weigering van den eed zijn betrekkingen niet weer kan vervullen; eerst na de Februarirevolutie van 1848 wordt hij door Napoleon van die verplichting ontslagen en kan hij zijn colleges hervatten. C. was iemand van streng Katholieke opvattingen; hij nam het initiatief tot of een werkzaam aandeel in tal van commissies of vereenigingen van religieuzen aard en beoefende op groote schaal de liefdadigheid.

Als wiskundige behoort C. tot de allergrootsten. Hij schreef behalve de hieronder vermelde werken 789 verhandelingen over allerlei onderwerpen uit de zuivere wiskunde, de mechanica, de optica en de astronomie. Zijn historische beteekenis ligt vooral hierin, dat hij de grondslagen legde voor een strenge behandeling van de analyse en dat hij door ontwikkeling van de theorie der functies van een complexe veranderlijke haar terrein sterk uitbreidde.

Werken: Cours d’Analyse de l’EcoIe Polytechnique (1821); Résumé des leçons.... sur le Calcul Infinitésimal (1823); Leçons sur les applications du calcul infinitésimal à la géométrie (1826—’28). — Uitg.: Oeuvres Complètes, door de Académie des Sciences (1882 vlg.). — Lit.: C. A. Valson, La vie et les travaux du Baron Cauchy (Parijs 1868). Dijksterhuis.

Integraalstelling van C. Is f (z) een reguliere functie in zeker enkelvoudig samenhangend gebied G van het complexe vlak, dan bestaat de lijnintegraal ∫ᴋ f (z) dz, en deze is gelijk aan nul, zoo K een gesloten, continue en rectificeerbare kromme is, die geheel tot G behoort. Op deze stelling laat zich de geheele complexe functietheorie opbouwen. ➝ Convergentie.

Lit.: Lindelöf, Le calcul des résidus (1905). Ridder.

< >