Mex. staatsman.* 21 Maart 1806 te San Pablo Guelatao (Oajaca), ✝ 18 Juli 1872 te Mexico. Hij was de zoon van behoeftige Indiaansche oudere.
In 1846 nam hij zitting in het Mexic. Congres; werd als aanhanger van de liberale partij minister onder Alvarez (1855), dan weer lid van het Congres en had een voornaam aandeel in de voorbereiding van de grondwet van 1857.
Als vice-president en vervolgens als president der republiek (1858) bestreed hij de clericale partij van Zuloaga en Miramón, en voerde in 1859 beruchte reformwetten door: scheiding van Kerk en Staat, godsdienstvrijheid, opheffing van de kloosters, saecularisatie van het huwelijk, verklaring der kerkelijke goederen tot nationaal eigendom. Na zijn zegepraal op Miramón werd hem door het Congres een dictatoriale macht opgedragen.
Financieele moeilijkheden gaven aanleiding tot een Fransch-Engelsch-Spaansche interventie (1861). Terwijl Maximiliaan van Habsburg, gesteund door de Franschen en de Mexic. clericalen, een nieuw Mexicaansch keizerrijk in het leven riep, werd J. tot in het Noordelijk uiteinde van het land (El Paso del Norte) teruggedrongen (1864).
Maar hij voerde een onvermoeiden guerilla-oorlog, kreeg na den aftocht der Franschen (1866-’67) weer de bovenhand en liet, op 19 Juni 1867, te Querétaro Maximiliaan fusilleeren. In 1867 en 1871 opnieuw tot president gekozen, ondernam hij nog econ. hervormingen en onderdrukte menigen opstand, maar was onmachtig om het land tot blijvende rust te brengen.Lit.: Rabasa, L’évolution hist. du Mexique (Parijs 1924); F. Bulnes, El verdadero J. (Mexico 1904); id., J. y las revoluciones de Ayutla y de Reforma (Mexico 1905); G. Jenaro, J. (Mexico 1907).
Lousse.