Kenner van de Bataklanden op Sumatra en het Bataksch. * 17 Juli 1862 te Arnhem, † 26 Juli 1918 te Den Haag. Ned.-Indisch bestuursambtenaar.
Opgeleid aan de Indische instelling te Delft, ging W. in 1883 naar Indië, waar hij in 1888 op Sumatra’s Oostkust geplaatst werd en belast met de zaken voor de onafhankelijke Bataklanden. Sedert was W. met een onderbreking van twee jaar, met verlof in Europa doorgebracht, steeds de aangewezen leider voor het contact met de Batakkers.
Een groot deel der Bataklanden werd zonder strijd onder het Ned. gezag gebracht door W.’s tactvol optreden. In 1911 keerde W. naar Ned. terug.
Hij werd directielid van het Batak-Instituut en lid van de Commissie voor het adatrecht.Voorn. werken: art. in Tschr. Batav. Gen. voor Kunsten en Wetensch., de Bijdragen tot de Taal, Landen Volkenkunde van Ned.-Indië en het tschr. v. h. Kon. Aardr. Gen. — Lit. in: Kol. Tschr. (1918). Olthof.