Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Canterbury

betekenis & definitie

Canterbury - oude stad in het graafschap Kent (Engeland; 51° 15' N., 1° 4' O.), gelegen aan de Stour, te midden van weiden en hoptuinen; ca. 25 000 inw. Romeinsche naam Duro vernum, zetel van den Katholieken primaat-aartsbisschop van 601—1558; daarna van den hoogsten dignitaris van de Episcopale Kerk, den „Primate of All England”. “G. de Vries.” C. is zeer schilderachtig gelegen.

Bezienswaardig zijn o.a. het nieuwe stadhuis, het museum, de Westgate, d.i. een oude poort, overgebleven van de vroegere omwalling (14e eeuw). Verder verschillende oude kerken, waaronder vooral de kathedraal (Christ Church). Deze, ca. 1130 voltooid, heeft den vorm van een aartsbisschoppelijk kruis en is 159 m lang. In 1174 werd een groot gedeelte door brand verwoest. Het koor werd kort daarop weer opgebouwd.

De Drievuldigheidskapel werd in 1220 en de middentoren (71,3 m.) in 1495 voltooid. De kathedraal bevat kostbare oude glasschilderingen. In 1170 werd bij een altaar van deze kerk Thomas Becket vermoord. Tot de Hervorming trokken duizenden pelgrims op om zijn reliquieën te vereeren; in 1538 werd de reliquiekast op last van Hendrik VIII verwijderd. (verwijzing plaatje)

< >