Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Buigproeven

betekenis & definitie

Buigproeven - behooren tot het metaalonderzoek en geschieden op drie wijzen, nl. koude, warme en hardingsbuigproeven, waarbij telkens de hoek, waaronder de proefstaaf om een kern van bepaalde dikte kan gebogen worden, als maatstaf voor de hoedanigheid van het metaal wordt aangemerkt. De proefstukken voor de buigproeven moeten aan bepaalde vereischten voldoen: voor staafijzer van ten hoogste 25 mm dikte moeten het gedeelten zijn van de staven zelf; voor profielijzer en voor plaat- en universaalijzer: strooken van rechthoekige of nagenoeg rechthoekige dwarsdoorsnede, van dezelfde dikte als de staaf, plaat of strook en met een breedte zooveel mogelijk ongeveer gelijk aan viermaal de dikte of de gemiddelde dikte; voor staafijzer van grootere dikte dan 25 mm en voor smeedstukken, voor daarvoor bestemd ijzer en voor gegoten materiaal moeten het staven zijn van vierkante dwarsdoorsnede met 25 mm zijde.

De zijkanten der strooken en al de zijden der vierkante staven moeten bewerkt worden, de scherpe kanten van proefstukken met rechthoekige of nagenoeg rechthoekige dwarsdoorsnede moeten worden weggevijld.

P. Bongaerts.

< >