Bruyn - 1° Ary Johannes de, paardenarts, tijdelijk leeraar aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht, schrijver over voedsel en weiden voor het paard. * 1811, † 1895.
Lit.: Nw. Ned. Biogr. Wb. (II).
2° Barthel, schilder te Keulen; * 1493 te Wesel, † 1555 te Keulen. Zijn kunst wortelt geheel in de Nederlandsche en is vooral sterk beïnvloed door die van Joost van Cleve en Jan Joest en later van Jan van Scorel. Hij was zeer vruchtbaar, schilderde veel voor kerken (thans zijn in Xanten en Essen nog zijn hoofdwerken), maar blonk het meest uit in zijne portretten, die uitnemend getypeerd zijn en in de voordracht iets persoonlijks hebben. Hij liet twee zonen na, Arndt († 1577) en Barthel de Jonge († vóór 1610), die beiden schilderden in den trant huns vaders en die zijn alom gezocht atelier nog geruimen tijd deden voortbestaan.
Lit.: Firmenich-Richartz, B. Bruyn u. seine Schule (Leipzig 1891); J. Merlo, Kölnische Künstler (1895); M. J. Friedlander, Repert. f. Kunstwschft. (XXIX 1906); W. Cohen, in Cicerone (II 1910).
“Schretlen.
”