Brouwers - 1° Cornelis (de), ook Braxatoris, hoogleeraar te Leuven. * te Weert, primus der philosophie te Leuven in 1491, licentiaat in de theologie in 1514, rector in 1517, prof in de ethica 1520, kanunnik van St. Donaas te Brugge, doceerde tot zijn dood.
Lit.: N. Ned. Biogr. Wdb.
2° Jan Willem, redenaar, letterkundige, geschiedschrijver en journalist. * 1 Jan. 1831 te Margraten (bij Maastricht), ✝ 3 Maart 1893 te Maastricht. 1854 priester gewijd, leeraar te Roermond. 1863 rector van het St. Bernardusgesticht te Amsterdam en hoofdredacteur van „De Tijd”. 1872-’93 pastoor te Bovenkerk. B. streed zeer voortvarend om aan de Ned. Katholieken de plaats te bezorgen, die hun in het openbare leven toekwam. De „abbé” was ook een krachtige propagandist voor het Vondelstandbeeld te Amsterdam.
Geschriften o.a.: Nederland en Pius IX; Het Eeuwfeest van Heiligerlee (1867).
Lit.: J. C. v. d. Loos, J. W. Brouwers (Nieuw Ned. Biogr. Wdbk. II 1912); J. Persijn, Schaepman (II 1916); G. Brom, Herleving van de Wetenschap in Katholiek Nederland (1930). “de Haas ”3° Jules, Limburgsch schilder. * 26 Juli 1869 te Gulpen.
Studeerde in Den Haag en in Scheveningen (bij Gabriël), werkte veel in Venray en Groesbeek. Vooral als wolkenschilder van belang. Visschersstukken.
Lit.: Plasschaert, Korte Gesch. der Holl. Schilderkunst (21923, 125 vlg.).
4° Pieter, medestichter en eerste alg. secretaris van het Davidsfonds in België; schoolopziener. * 1825 te Stokheim. ✝ 1897 te Achel. Schreef opvoedkundige werken en bundels met huiselijke en vaderlandsche poëzie, meest gelijkvloersch of gezwollen.