Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Briand

betekenis & definitie

Briand - Aristide, Fransch staatsman; * 28 Maart 1862 te Nantes, † 7 Maart 1932 te Parijs. Begonnen als advocaat en socialistisch journalist, werd hij in 1902 Député (hevig anticlericaal), en was in 1905 rapporteur over de wet op scheiding van Kerk en Staat.

Minister-president van Juli 1909 tot Febr. 1911, waarna hij tot de sociaal-republikeinsche partij overgaat. Sindsdien is hij herhaalde malen minister en minister-president; sloot in October 1925 met Stresemann en A. Chamberlain het defensief Locarnopact, waarbij de grenzen van Frankrijk, Duitschland en Engeland wederkeerig gewaarborgd werden, en was met beide genoemde staatslieden in 1926 titularis van den Nobelprijs voor den vrede. Het anti-oorlogsch Briand-Kelloggpact (➝ Parijs, Pact van) dagteekent van Juni 1927. In Mei ’31 stelt hij zijn candidatuur als president der republiek, maar Doumer werd gekozen.

Hij trekt zich dan uit het politieke leven terug. Zijn positie als lid eener centrumlinksche partij leidde hem tot de talrijke portefeuilles in centrale zoowel als in linksche regeeringen en verklaart in zekere mate bovendien de vele kabinetten, die hij presideerde. Zijn buitenlandsche politiek was berekend op verzoening tusschen Vaticaan en Parijs, op toenadering tusschen Duitschland en Frankrijk door onderlinge concessies en op het bevestigen van den wereldvrede. Door zijn idealisme, zijn buitengewoon redenaarstalent, zijn prestige te Genève, domineerde hij sedert den Wereldoorlog de Europeesche politiek.

Werken: Rapport sur la Séparation des Eglises et de l'Etat (1906); La Séparation 1904-1907 (1908); Paroles de Paix (1927); France et Allemagne (1928). — Lit.: Aubert, Briand (1929); Annette Kolb, Versuch über Briand (1929).

Cosemans.

< >