Chamberlain - 1° Georg, bisschop van Ieperen; * 1575 te Gent, ✝ 19 Dec. 1634. Na studiereizen in Spanje en Italië werd C. secretaris van den nuntius te Brussel. Vervolgens kanunnik, aartsdiaken, deken van de kathedraal te Gent. Bisschop van Ieperen (1627), gewijd 5 Nov. 1628.
2° Houston Stewart, Engelsch schrijver over Duitsche muziek en cultuur; * 9 Sept. 1855 te Portsmouth, ✝ 9 Jan. 1927 te Bayreuth. Was gehuwd met Wagner’s dochter Eva, en publiceerde belangrijke werken over Wagner’s muziek en drama.
C. is een van de theoretici van het Pangermanisme. Zijn werk is een streven naar verheerlijking van den Arischen geest.
Als zoodanig is hij een van de geestelijke vaders van de nationaal -socialistische leerstellingen.
Werken: Das Drama Richard Wagners (61914); Richard Wagner; Die Grundlagen des 19. Jahrhunderts (2 dln. München l31919). Verder werken op philosophisch gebied. Reeser 3° Joseph (Joë), Engelsch staatsman, de voornaamste bevorderaar van het Eng. imperialisme in de jaren om 1900, waar hij door militaire ondernemingen en door een eigen tolpolitiek op aanstuurde; * 8 Juli 1836 te Londen,'f 2 Juli 1914 te Birmingham. C. begon zijn politieke loopbaan te Birmingham, waar hij 1873—1876 burgemeester was. 1876 werd hij als liberaal in het Lagerhuis verkozen, en zetelde 1880— 1885 als minister van Handel in het kabinet Gladstone. Hij verliet de regeering wegens meeningsverschil over de Iersche Home Rule-politiek.
Om dezelfde reden ging hij in 1886 over tot de Conservatieven. 1895—1903 werd C. als minister van Koloniën in het kabinet Salisbury opgenomen. Misschien heeft de inval van Jameson in Transvaal (1897) op zijn ingeving plaats gehad. Zeker is het, dat hij beslist op den Boerenoorlog van 1899—1902 aanstuurde, waardoor Engelsch Z. Afrika twee rijke koloniën bijwon. Intusschen bewerkte hij de aaneensluiting tot één Dominion van de Australische koloniën (1900). Vanaf 1903 ijverde C. voor een Britsche Empire-tolpolitiek, waarbij het Britsche Kijk tot een economisch geheel zou aaneengesloten worden. De verkiezingen van 1906 leverden echter een vrijhandelsgezinde meerderheid op en C.’s gedachte werd slechts na den Wereldoorlog verwezenlijkt.
Lit.: Mackintosh, J. C., an honest biography (1906); Garvin, Life of J. C. (2 dln. 1931—1933). V. Houtte 4° Joseph Austen, Eng. staatsman; * 16 Oct. 1863 te Birmingham als oudste zoon van Joseph; sedert 1892 conservatief unionistisch lid van het Lagerhuis; in 1903 benoemd tot kanselier van de schatkist; van 1915 tot 1917 staatssecretaris voor Indië in het coalitiekabinet Asquith; in 1919 wederom kanselier van de schatkist; in 1921 geheimzegelbewaarder; in het kabinet Baldwin (Nov. 1924), als minister van Buitenl. Zaken, sluit hij met Briand en Stresemann het Locamo-pact; voor zijn vredesactie bekroond met den Nobelprijs in 1926. Sedert 1931, in het kabinet Mac Donald, First Lord of Admiralty. Overtuigd voorstander van Volkenbond en wereldvrede.
Werk: Peace in our time (Londen 1928). Cosemans 5° Sir Neville Bowles, Engelsch veldmaarschalk (1900); had een voornaam aandeel aan de verovering van Voor-Indië; * 10 Jan. 1820 te Rio de Janeiro, ✝ 18 Febr. 1902 te Southampton. C. was van 1837—’81 in Eng.-Indischen legerdienst.
Lit.: Forrest, Life of Sir N. C. (1909).